De rechtbank heeft besloten dat het Holland Casino zich mag gaan opsplitsen in een stichting en een naamloze vennootschap. Dit wilde de vakbond FNV via een rechtszaak voorkomen.
Woensdag blijkt uit een vonnis van de rechtbank in Den Haag, dat de rechtbank de bezwaren van het FNV ongegrond heeft verklaard. Ze zijn bij de rechtbank niet echt onder de indruk van het feit dat FNV vreest dat de splitsing niet op zichzelf staat en dat het uiteindelijk zal leiden tot een privatisering van het Holland Casino.
De rechter kan in deze procedure alleen de bezwaren tegen de splitsing beoordelen. De bezwaren van het FNV tegen een mogelijke privatisering van het Holland Casino zijn juridisch gezien niet relevant volgens de rechtbank.
De rechter heeft geoordeeld dat het op grond van de wet is toegestaan om bij een splitsing van een stichting het is toegestaan om een naamloze vennootschap op te richten en het is voor Holland Casino dan ook vrij om deze weg te gaan kiezen.
Privatisering is geen onderdeel van het splitsingsvoorstel en wat daar ook van zij, het standpunt van de rechter kan niet tot een ander oordeel leiden.
De afgelopen maanden zijn het FNV en het Holland Casino niet in staat gebleken om tot een overeenstemming te komen over de arbeidsvoorwaarden. FNV wilde dan ook dat de rechter het Holland Casino zou verplichten om waarborgen te verstrekken in een cao en een sociaal plan. Het gaat hier niet om bestaande loonvorderingen benadrukt de rechter, maar het gaat hier om door FNV gewenste arbeidsvoorwaarden, waarvoor door het FNV geen waarborg kan worden afgedwongen.
Het is dan ook niet mogelijk voor het FNV om aanspraak te maken op de totstandkoming van een cao of sociaal plan met een bepaalde inhoud. Ze worden dan ook niet gezien als schuldeiser van het Holland Casino. Ook zal de vermogenspositie van het Holland Casino niet veranderen met de voorgenomen splitsing. Hierbij zal het hele vermogen naar de verkrijgende vennootschap gaan.